Latijnse inscripties

Corpus inscriptionum Latinarum

Gestart in 1863 als een van de vele projecten van Theodor Mommsen. De opzet was om alle Latijnse inscripties opnieuw uit te geven in een exhaustief ‘corpus’. De eerste uitgave werd voltooid in 1890. Enkel voor Deel I (inscripties tot de dood van Caesar) is er een tweede uitgave voltooid. Voor Deel II (de Spaanse provincies) is een heruitgave bezig. Maar het CIL is nog steeds een lopend project en regelmatig worden er supplementen, indices, correcties en ander materiaal aan toegevoegd, die ervoor zorgen dat het CIL (min of meer) up-to-date blijft. In elk deel worden ook de oudere uitgaven en de vervalsingen overlopen. De als ‘authentiek’ bevonden inscripties worden geordend per stad of plaats waar ze in de oudheid werden opgericht. De website van het CIL is erg belangrijk voor addenda en corrigenda en verdere informatie over de actuele stand van het project: http://cil.bbaw.de/cil_en/dateien/cil_baende.html

 

Indeling van CIL

Het corpus is verdeeld in 17 delen, de meeste geografisch, met uitzondering van delen I, XV, XVI, XVII:
Alles bij elkaar zijn ongeveer 200.000 inscripties opgenomen.

  • CIL I2: inscripties van vóór de dood van Caesar
    Dit is de tweede uitgave, begonnen in 1893; de eerste uitgave dateert uit 1863, maar wordt in principe niet meer gebruikt.
  • CIL II: Hispania
    Van dit deel is een heruitgave in de maak in 14 delen (1995-), één voor elk van de 14 conventus waarin de Spaanse provincies waren ingedeeld.
  • CIL III: Latijnse inscripties uit de Griekstalige Europese provincies, Azië en het Nabije Oosten, en Egypte en Cyrenaica
  • CIL IV: Graffiti en wastabletjes uit Pompeii, Herculaneum en Stabia
  • CIL V: Gallia Cisalpina
  • CIL VI: Urbs Roma
  • CIL VII: Britannia (volledig vervangen door Roman Inscriptions of Britain (RIB) (cf. infra 5.4.2)
  • CIL VIII: Africa
  • CIL IX: Italia, regio’s Calabria, Apulia, Samnium, Sabinum, Picenum
  • CIL X: Italia, regio’s Bruttium, Lucania, Campania + Sicilia, Sardina
  • CIL XI: Italia, regio’s Etruria, Aemilia, Umbria
  • CIL XII: Gallia Narbonensis
  • CIL XIII: Tres Galliae en Germaniae
  • CIL XIV: Latium
  • CIL XV: Instrumentum domesticum urbis Romae
  • CIL XVI: Diplomata militaria
  • CIL XVII: Miliaria imperii Romani (mijlstenen)

De meeste van deze volumes bestaan uit verschillende delen en vaak zijn er supplementbanden aan toegevoegd.

 

 

Aanvullende reeksen en hulpmiddelen

Bij het CIL horen aanvullende reeksen en hulpmiddelen:

Auctarium en Auctarium Series Nova

Dit is een soort van parallelle reeks, uitgegeven door de Berlin-Brandenburgische Akademie der Wissenschaften (BBAW) met diverse hulpmiddelen bij het gebruik van het CIL (fotos, indices, namenlijsten, …)

Uitzonderlijk belangrijk in de reeks zijn:

  • Fassbender, , Index numerorum. Ein Findbuch zum Corpus Inscriptionum Latinarum. 2 Bd., 2 vol., Berlin – New York, Walter de Gruyter 2003, 1144 p. (Auctarium, S.N. 1)
    geeft een overzicht van waar er correcties of nieuwe lezingen verschenen zijn van inscripties opgenomen in het CIL
  • Hainzmann, – Schubert, P., Inscriptionum lapidariarum Latinarum prouinciae Norici usque ad annum MCMLXXXIV repertarum Indices (ILLPRON Indices). 3 vol., Berlin – New York, Walter de Gruyter, 1986-1987
    Herneemt de inscripties opgenomen voor Noricum in CIL III met aanvullingen en een index opgemaakt door de computer van CIL-inscripties van Noricum
  • Lehmann, , Quibus locis inueniantur additamenta titulorum uoluminis VI Corporis Inscriptionum Latinarum, Berlin – New York, Walter de Gruyter, 1986, 169 p.
    verwijzing van nieuwe uitgaven, toevoegingen of correcties op inscripties van de stad Rome

Archivum Corporis Electronicum (ACE), Berlin, http://cil.bbaw.de/dateien/datenbank.php, 2008-

Sinds eind 2008 is de BBAW begonnen met een online elektronische databank die de CIL moet ondersteunen en geleidelijk in digitaal formaat omzetten. Het ACE biedt een databank met concordanties en soms foto’s en afbeeldingen van de ‘squeezes’ (afdrukken op steen). Hier vindt men ook de indices bij delen CIL I2 en XVII.

De CIL-indices

De CIL-indices vormen het belangrijkste instrument om de massa inscripties opgenomen in de CIL-banden te gebruiken.

De indices zijn zeer uitgebreid en omvatten:

  • I-II Namen: Nomina virorum et mulierum (gentilicia) en Cognomina virorum et mulierum (cognomina)
  • III Keizers en de keizerlijke familie: Imperatores et domus eorum
  • IV Koningen: Reges
  • V Consuls: Consules
  • VI Andere openbare functies: Honores
    • Magistratus (magistraten)
    • Apparitores et officiales (ambtenaren)
    • Rationes et res domestica imperatoris (departementen van de keizerlijke administratie)
    • Vectigalia publica (belastingen en openbare inkomsten)
  • VII Res Militaris (alles wat met het leger te maken heeft)
  • VIII Dii Deaeque et Res Sacra (religie)
  • IX Populus Romanus. Tribus Romanae (alle vermeldingen van Romeinse burgers, tribussen of het Romeinse volk in zijn geheel)
  • Provinciae, civitates, pagi, vici, fluvii (‘provincies, steden/stammen/volkeren, districten, dorpen, rivieren/stromen’)
  • Res municipales (alles wat met stedelijk bestuur te maken heeft)
    • Res publicae
    • Ordo populusque
    • Honorati et principales
    • Officiales et servi (‘ambtenaren en slaven’)
    • Augustales (priesters van de lokale keizerscultus)
    • Ludi, munera, dies festi
  • XII Collegia
  • XIII Artes et officia privata (private beroepen)
  • XIV Carmina (gedichten)
  • Litterae singulares notabiliores
    • Afkortingen
    • Numeri (getallen)
    • Nummi (munten)
    • Pondera (gewichten)
    • Litterarum formae (bijzondere schrijfwijzen van letters)
    • Compendia syllabaria (samentrekkingen van lettergrepen)
    • Interpunctio (leestekens)
    • Signa compendiorum (tekens die ter aanduiding van afkortingen en samentrekkingen gebruikt worden)
    • Errores quadratarii notabiliores (opmerkelijk fouten gemaakt door de steenkappers)
  • XVI Grammatica
  • XVII Notabilia varia

De CIL-indices worden meestal in addenda of supplementbanden bij de afzonderlijke banden gevoegd. Maar er zijn hierop belangrijke uitzonderingen:

  • CIL I2 addenda tertia
    Dit is een aanvulling gepubliceerd bij CIL I2 in 1986 met nieuwe Republikeinse inscripties ontdekt of gepubliceerd sinds het eerste verschijnen van CIL I2. Er zijn nog geen volwaardige indices voor beschikbaar. Een woordindex is wel online beschikbaar in het Archivum Corporis Electronicum, http://cil.bbaw.de/cil_en/dateien/hilfsmittel.html (cf. supra onder ‘Aanvullende reeksen’).
  • CIL XI
    De indices nominum, cognominum, imperatorum zijn opgenomen in een addendum bij de hoofdband, maar de andere indices zijn verschenen in twee tijdschriften:

    • Studi Romagnoli 20 (1969), p. 421-479
    • Epigraphica 37 (1975), p. 224-252
    • Epigraphica 45 (1983), p. 158-193
    • Epigraphica 46 (1984), p. 198-200
    • Epigraphica 47 (1985), p. 110-131
    • Epigraphica 58 (1996), p. 197-201
  • Jory, Edward J. – Moore, G., CIL VI. Inscriptiones urbis Romae Latinae. Pars septima. Indices uocabulorum nominibus propriis inclusis, 7 vol., Berlin, 1974-1989.
    Deze index werd met de computer samengesteld en dezelfde databank werd gebruikt om alle inscripties van de stad Rome op cd-rom te zetten (Epigraph, cf. infra 5.6).

Ondanks de zeer gedetailleerde indices die in de hoofdbanden van het CIL voorzien zijn, is er nog steeds een groot gebrek aan overzichtsindices.

Andere uitgaven en corpora

Hoewel het CIL de basis blijft vormen van de Latijnse epigrafie, zijn er niettemin belangrijke andere reeksen en afzonderlijke corpora die voor deelgebieden belangrijker zijn dan de CIL. De belangrijkste worden hier opgesomd.

  • Inscriptiones Italicae, Roma, 1931-
    Afkorting: InscrIt of I.It
    Een reeks gestart door Attilio Degrassi in 1931. De bedoeling was/is om de Italiaane banden van het CIL te vervangen. Maar het uitgaveritme gaat zeer traag. 13 delen zijn voorzien (in verschillende banden en fascikels). 11 delen voor de regiones waarin Italië was verdeeld, 1 voor Rome zelf en 1 voor ‘bijzondere’ teksten (zoals fasti (lijsten van magistraten), kalenders enz.). Geen enkele regio is reeds voltooid en voor regiones II, V, VI en VIII is er nog niets.
  • Supplementa Italica. Nuova serie, Roma, Éditions Quasar, 1981-
    Gestart uit onvrede met de traagheid waarmee de Inscriptiones Italicae
    incl. indexbanden:

    • Supplementa Italica, VII. Indici dei volumi 1-6, Roma, 1991, 314 p.
    • Supplementa Italica, XIV. Indici dei volumi 8-13, Roma, 1997, 237 p.
    • Supplementa Italica, XXI. Indici dei volumi 15-20, Roma, 2006, 296 p.
  • Supplementa Italica. Imagines, Roma, Éditions Quasar, 1996-
    Verzamelt afbeeldingen en foto’s van de inscripties opgenomen in de Italiaanse banden van het CIL.
    Helaas is de prijs schrikbarend hoog.
  • Inscriptiones Latinae Liberae Republicae
    Degrassi, Attilio, Inscriptiones Latinae Liberae Republicae, 2 vol., Firenze, 1963-1965, 2a (Biblioteca di studi superiori)
    Afkorting: ILLRP
    Herneemt de inscripties van CIL I2 + later gepubliceerde inscripties. In totaal werden 1277 inscripties opgenomen. De commentaar bij de inscripties is summier, maar de uitstekende indices en concordantietabel maken er een heel handig werkinstrument van.

    Bij de ILLRP moet ook het supplement genomen worden:
    Panciera, S., Inscriptiones Latinae Liberae Republicae, in: Epigrafia. Actes du Colloque international d’épigraphie latine en mémoire de Attilio Degrassi pour le centenaire de sa naissance, Rome, 1991, p. 241-491 (Collection de l’école française de Rome, 143)
    Hier worden 154 inscripties gepubliceerd ouder dan 21 v.C.; de meeste staan niet in Degrassi’s ILLRP. Allen krijgen ze veel meer commentaar en duiding mee.

    In principe zouden de ILLRP moeten vervangen zijn door de Addenda III die bij CIL I2 verschenen in 1986, maar het (voorlopig?) ontbreken van een index bij deze addenda maakt de consultatie ervan moeilijk.

  • Inscriptiones christianae urbis Romae
    De RossiB. – Silvagni A., Inscriptiones christianae Vrbis Romae septimo saeculo antiquiores. Noua series, Vaticaanstad, 1922-
    Afkorting: ICUR of ICVR
    Belangrijkste corpus christelijke inscripties. Momenteel zijn 10 delen verschenen, met 26.668 nummers, die ca. 45.000 inscripties omvatten.
    Er bestaat een elekronische versie van, de Epigraphic Database Bari (EDB), Bari, http://www.edb.uniba.it/, 1988-
  • Les inscriptions latines de Belgique
    Deman, – Raepsaet-Charlier, M.-Th., Nouveau recueil des inscriptions latines de Belgique, Bruxelles, 2002, 288 p., 65 pl. (Collection Latomus, 264)
    Afkorting: ILB2 of ILB(2)
    Heruitgave en actualisatie van:
    Deman, A. – Raepsaet-Charlier, M.-Th., Les inscriptions latines de Belgique, Bruxelles, 1985, 230 p. (U.L.B. Faculté de Philosophie et Lettres. Sources et Instruments, 7)
    Afkorting: ILB
  • Roman Inscriptions of Britain
    Collingwood, R.G. – Wright, R. P., The Roman Inscriptions of Britain, Oxford – Gloucester, 1965-1995
    Afkorting: RIB
    Vervangt het CIL VII deel voor Britannia.

Nu: https://romaninscriptionsofbritain.org/

  • Inscriptions latines païennes du Musée du Bardo (Carthago)
    Ben Abdallah, Zeïneb, Catalogue des inscriptions latines païennes du Musée du Bardo. Collection de l’École française de Rome 92. Rome: École Française de Rome, 1986
  • Reynolds, J. M. – Ward-Perkins, B., Inscriptions of Roman Tripolitana
    verbeterde online uitgave: http://irt.kcl.ac.uk/irt2009/

Bloemlezingen en thematische corpora

  • Dessau, , Inscriptiones Latinae selectae, 3 t., 5 vol., Berlin, 1892-1916 (= 1955)
    Afkorting: ILS; Dessau
    Verzamelt bijna 10.000 inscripties waarvan de tekst met een summier commentaar gegeven worden. Via een concordantietabel kan de gebruiker de inscripties opzoeken in het CIL.
  • Bücheler,, Anthologia Latina siue poesis Latinae supplementum. II. Carmina Latina epigraphica. 2 vol., Leipzig, Teubner, 1930 2a ed. (1895, 1a ed.), 1897
    cf. ook: Lommatzsch E., Anthologia Latina siue poesis Latinae supplementum. II. Carmina Latina epigraphica. Supplementum, Leipzig, Teubner, 1926
  • Sherk, R. K. 1970. The municipal decrees of the Roman West. Arethusa Monographs. Buffalo: State Univ. of New York
  • Bricault, Laurent. 2005. Recueil des inscriptions concernant les cultes isiaques. 3 vol. Paris: de Boccard
  • Scheid, John – Tassini, Paola – Rüpke, Jörg. Commentarii Fratrum Arvalium qui supersunt: Les copies épigraphiques des protocoles annuels de la confrérie arvale (21 av.-304 ap. J.-C.). Roma Antica 4. Rome: “L’Érma” di Bretschneider
  • Courtney, Edward. 1995. Musa lapidaria: A selection of Latin verse inscriptions. Atlanta: American Philological Association
  • Roxan, Margaret M., and P. A. Holder. 1978-2006. Roman military diplomas, 5 vol. London: Institute of Archaeology

Nieuwe publicaties en revisies

L’année épigraphique

L’année épigraphique. Revue des publications épigraphiques relatives à l’antiquité romaine, Paris, 1888-
Afkorting: AE

Oorspronkelijk gepubliceerd als rubriek in het Revue archéologique, sinds 1966 in uitgebreide vorm als afzonderlijke fascikels, met eigen editorial board.

Jaarlijks publiceert de AE behalve een becommentarieerde bibliografie, een overzicht van alle herziene of nieuw gepubliceerde inscripties. De publicatie omvat

– een lijst van nieuwe epigrafische publicaties (Tables analytiques 1, B)

– overname van opschriften in verspreide orde gepubliceerd en correcties op vroeger uitgegeven teksten

– samenvatting van bijdragen over epigrafie en aangifte (geen depouillement) van de meer uitvoerige collecties en studies over epigrafie

– uitgebreide indices in de Tables analytiques (3. Tables des matières)

– tot en met 1960 globale indices om de 10 jaar. De zeven verschenen reeksen (1888-1900, 1901-1910,…, 1951-1960) werden samengebundeld en in één band heruitgegeven te Nendeln (Liechtenstein) in 1968: Tables générales de l’Année épigraphique. Ire-VIIe Série. 1888-1960

– sedert 1961 bevat de jaarlijkse index concordantietabellen met het CIL en andere grote corpora. Voor de periode vóór 1960 raadplege men R. Gruendel, Addenda bibliographica praecipue ad CIL e periodico l’Année épigraphique nominato excerpta, Berolini 1965

– sedert 1966 wordt de documentatie geografisch gerangschikt; voordien gebeurde dat per tijdschrift en per publicatie (!)

– aangezien het AE de ‘Romeinse oudheid’ beslaat, worden ook Griekse opschriften behandeld die hierop betrekking hebben (criteria voor opname: zie AE 2004 [2007], p. 7-8)

– gelet op het enorm verspreidingsgebied van de Romeinse epigrafie alsook op de vroeger bestaande en langdurige ongunstige toestand in de landen van Oost-Europa, kan (kon) de AE onmogelijk dezelfde volledigheid bieden als de analoge publicaties uit de Griekse sector

De indices van de AE zijn net als deze van het CIL thematisch opgebouwd en zeer verfijnd, waardoor heel gerichte opzoekingen kunnen gebeuren. Regelmatig verschijnen ook aparte indexbanden. Deze maken het mogelijk meerdere jaargangen tegelijk te doorzoeken.

Men kan de AE volumes nu ook consulteren via JSTOR (tot 2018)

Voor meer info zie:

L’année épigraphique, Paris, http://www.anneeepigraphique.msh-paris.fr/

Hispania Epigraphica

Hispania Epigraphica, Madrid, 1989-
Afkorting: HEp

Vergelijkbaar met de Année épigraphique maar gedetailleerder en beperkt tot de inscripties uit Spanje.

Een groot deel van de HEp teksten zijn ook consulteerbaar via Hispania Epigraphica Online Database (cf. infra 5.6).